Schijneerlijkheid maskeert het echte probleem
Sommige mensen lijken ervan overtuigd dat het probleem van toegang tot het voortgezet onderwijs in Amsterdam met de aangepaste procedure van dit jaar is opgelost. Dat is het niet. De uitkomsten wijzen uit dat het probleem niet anders is dan andere jaren en net zo oneerlijk is als het oude loten. Gebrek aan transparantie leidt tot verslechtering van keuzemogelijkheden. VSA zet de feiten nog eens op een rij.
In de perceptie van veel ouders is matchen iets anders dan loten. Dat is niet zo. Het blijft een loting met een lotnummer en een notaris die toezicht houdt op het proces. Het verschil is dat de toewijzing plaatsvindt in een computermodel. En niet per school, maar centraal. Het matchen zelf is een black box, waar ouders geen enkel zicht op hebben. De vraag is of de notaris dat wel heeft.
2. De uitkomsten zijn niet beter
De resultaten van de loting dit jaar verschillen niet significant met de resultaten in voorgaande jaren. Er is bij de invoering van het nieuwe systeem van loten besloten tot investering van veel geld, tijd en doorlooptijd, om een systeem te ontwikkelen onder de expliciete belofte dat dit nieuwe verdeelmechanisme tot aantoonbaar betere resultaten leiden. Van die belofte is weinig terecht gekomen. Er is simpelweg geen verbetering bereikt. De tabel geeft de ruwe cijfers.
Tabel 1 cijfers plaatsing 2013-2016
leerlingen in absolute aantallen | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
ingeloot / geplaatst in hun top 3 school van voorkeur | 7663 | 7631 | 7112 | 7097 | |
uitgeloot / niet geplaatst in hun top 3 school van voorkeur | 402 | 518 | 398 | 356 | |
Totaal aantal geplaatste leerlingen | 8065 | 8149 | 7510 | 7453 | |
leerlingen in procenten | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | |
Ingeloot / geplaatst in hun top 3 school van voorkeur | 95,0% | 93,6% | 94,7% | 95,2% | |
Uitgeloot / niet geplaatst in hun top 3 school van voorkeur | 5,0% | 6,4% | 5,3% | 4,8% | |
Totaal aantal geplaatste leerlingen | 100% | 100% | 100% | 100% |
In de loting en matching in 2015 hadden 600 leerlingen (8%) na de matching eenvoudig op hun school van hun eerste voorkeur komen door één op één te ruilen. Het systeem liet dit echter niet toe. Die tekortkoming is dit jaar hersteld. Die 8% is precies het verschil in resultaten tussen die van loting & matching variant 2015 (waarbij 74% van alle leerlingen op hun school van eerste voorkeur geplaatst werd) met die van variant 2016 (waarbij 82% van alle leerlingen op hun school van eerste voorkeur geplaatst werd).
Hier komt nog bij dat de verschillende profielklassen, die bij inschrijving per school als afzonderlijke inschrijving golden, in de uitkomsten nu als één school worden geteld. Ook dat vertekent het beeld.
Hoe je resultaten kan vertekenen, toont het Parool (zie afbeelding) met een prachtig infographic die suggereert dat iedereen wel gelukkig moet zijn met deze uitslag. De lettertjes worden steeds kleiner, naarmate de problemen groter worden.
Figuur 1 Infographic Het Parool. Uitkomsten toewijzing loting.4. Hogere CITO-score telt niet mee
Bij de loting & matching in 2015 werden leerlingen die naar aanleiding van hun hogere CITO-resultaat een hoger schooladvies kregen, meegenomen in de procedure. Ze mochten alsnog op een hoger niveau inschrijven. In 2016 zijn de CITO-resultaten niet meegenomen, waardoor het voor deze leerlingen veel vrijwel onmogelijk wordt een plaats op een school van hun werkelijke niveau te krijgen. VSA vindt dit bijzonder ongewenst en de minister van Onderwijs en Cultuur is dat met ons eens, is deze week gebleken. Het gaat het volgens opgave van het ministerie jaarlijks om 6% van de leerlingen die een hogere score halen, waarvan 5% leidt tot een hoger schooladvies. Als we uitgaan van een voorzichtige schatting van 2-4% in Amsterdam, ligt het werkelijke resultaat van loting & matching in 2016 dus 2-4% onder de resultaten van de door vrijwel iedereen als zeer slecht beschouwde resultaten in 2015. Vorig jaar ging het hierbij om ongeveer 400 kinderen en volgens de schoolbesturen was dit de reden van de omvangrijke mismatch van vorig jaar.
5. Matchen leidt tot meer belasting voor kinderenOnder het oude systeem werd alleen geloot op scholen met teveel inschrijvingen. Per jaar ging het daarbij om circa 2.000 leerlingen. In het nieuwe systeem moet iedereen loten, circa 7.500 leerlingen loten. Dus ook kinderen die inschrijven op scholen waar nooit geloot zal worden. Daarnaast wordt van kinderen verwacht dat ze een lijst van 12 scholen opgeven en die ook bezoeken. Iedereen die het zelf heeft meegemaakt weet dat dit vrijwel een ondoenlijke opgave is. Het zorgt bij kinderen voor belasting en schijnzekerheid. Dat is allemaal te rechtvaardigen als de uitkomsten wezenlijk beter zijn, maar dat is de afgelopen twee jaar helaas niet het geval geweest. Het nieuwe systeem heeft de gewenste oplossing dus niet gebracht. Bovendien kun je met dit matchingsysteem uitgeloot worden op de school van 1e keuze terwijl die school na de inschrijvingsweken nog helemaal niet vol was. Als je een ongunstig lotnummer hebt kun je zelfs verdrongen worden van je top 10 keuze lijst.
Een ander pijnpunt is dat iedereen moet loten voor alle scholen. Kinderen die kiezen voor scholen die eerst niet hoefden te loten voor hun lievelingsschool, moeten nu niet alleen loten, maar kunnen ook verstoten worden van een plek op de school van hun eerste keuze door kinderen die heel andere scholen met over aanmelding als eerste keuze hebben. Het probleem van de groep populaire scholen met over aanmelding wordt zo het probleem van een hele grote groep scholen en kinderen.
Loten is een verdeelmechanisme en aan iedere vorm van loten kleven nadelen. Duidelijk is dat dit systeem niet tot wezenlijk betere uitkomsten leidt en de aandacht afleidt van het werkelijke probleem: de mismatch in vraag en aanbod.
Waar zien we de mismatch? In 356 kinderen die buiten hun top 3 terecht komen. Maar vooral ook in circa 3.000 plekken waarvan OSVO zegt dat die beschikbaar zijn op scholen waar kennelijk geen behoefte aan is. Dat is de capaciteit van 100 schoolklassen die ongebruikt blijft.
Een probleem blijft de grote druk op een beperkt aantal scholen. Tot voor een jaar was het voor iedereen zichtbaar hoeveel plekken en hoeveel inschrijvingen er per school waren. Ouders en kinderen konden daar in hun keuze rekening mee houden. Dat strategische kiezen wordt in het nieuwe systeem als ongewenst beschouwd. Informatie over het aantal inschrijvingen per school wordt daarom tijdens de inschrijvingsperiode is niet meer gegeven. Het gevolg is een nog grotere druk op populaire scholen, zonder dat daar een oplossing voor geboden wordt.
8. Nieuwe initiatieven verdienen meer aandachtHet is jammer dat er in het proces van inschrijving niet meer aandacht is geweest voor de vele nieuwe initiatieven die er zijn, zowel vanuit bestaande scholen als nieuwe scholen. Het wordt daardoor extra moeilijk echt nieuwe scholen van de grond te krijgen. We vinden het oprecht jammer dat nieuwe initiatieven niet de aandacht krijgen die ze verdienen.
9. Populaire scholen moeten verantwoordelijkheid nemenHet is de scholen met de hoogste populariteit niet kwalijk te nemen dat ze de meeste leerlingen aantrekken. Wat ze wel zouden kunnen doen is de eigen capaciteit uitbreiden of – als dat niet mogelijk is – meewerken aan levensvatbare alternatieven om de druk op zichzelf te verminderen. De gymnasia hebben die verantwoordelijkheid in het verleden wel genomen. Van een dergelijke beweging lijkt nu geen sprake meer.
10. Samenwerken de enige oplossing
VSA hamert er al jaren op dat samenwerking de enige manier is om het probleem op te lossen. En dat is niet het probleem van de verdeling, het is het probleem van de mismatch. Scholen, politiek en gemeente hebben dit jaar gezamenlijk gekozen voor een voortzetting van matching, daartoe aangespoord door een krachtenbundeling van wetenschappers en ouders. De indruk is gewekt dat de oplossing daarmee gevonden is. We hopen hierboven duidelijk te hebben gemaakt dat de schijn zoals altijd mooier is dan de werkelijkheid en dat er nu veel en hard werk nodig is om tot een echte eerlijke oplossing van het al jaren slepende echte probleem te komen.
Conclusies:
- Het systeem van loting & matching heeft ook in 2016 heeft geen betere resultaten opgeleverd dan de andere verdeelmechanismen in de jaren ervoor terwijl aanzienlijk meer kinderen worden belast en gebrek aan transparantie leidt tot inperking van keuzevrijheid;
- de mismatch tussen vraag en aanbod nog steeds niet is opgelost, dus er is nog onverminderd veel werk te verzetten voor scholen om het aanbod meer, beter en sneller aan te passen aan de vraag.
VSA roept de scholen daarom dringend op om:
- inspanningen te richten op het meer, beter en sneller aanpassen van het aanbod aan de vraag, en niet langer dominant haar inspanningen in te zetten op het verdeelmechanisme dat aantoonbaar niet leidt tot oplossen van de mismatch;
- leerlingen en ouders hun recht om zelf te beslissen terug te geven door transparantie te geven over vraag en aanbod.